Scholierenverkiezingen

De campagne is achter de rug, het is tijd om te gaan stemmen. Om ervoor te zorgen dat de verkiezingen eerlijk verlopen is er een aantal dingen waar je op moet letten. Hoe richt je het stemlokaal in? Wat zijn de regels bij het stemmen? Wanneer zijn verkiezingen eigenlijk echt democratisch? Bekijk eerst het onderstaande filmpje om te zien waar vrije democratische verkiezingen aan moeten voldoen.

Stap 5.1: Bereid de verkiezingen voor

Op het stembureau moeten altijd drie mensen aanwezig zijn die zorgen dat alles volgens de regels verloopt. Zij zorgen ervoor dat iedereen een stemformulier krijgt zodat de stemmen uitgebracht kunnen worden. De leden van het stembureau gaan ook de stemmen tellen.

Er worden drie leerlingen benoemd tot leden van het stembureau. De docent bepaalt hoe dit gebeurt. Deze drie leerlingen gaan de verkiezingen voorbereiden.

Opdracht

Jullie zijn de leden van het stembureau. Als de verkiezingen beginnen dan moet iedere leerling zijn stempas inleveren, in ruil daarvoor krijgt hij of zij een stembiljet.

  1. Jullie zorgen ervoor dat elke leerling die mag stemmen één stempas krijgt.
  2. Ook zorgen jullie ervoor dat er een stembiljet komt waarop alle deelnemende partijen en de kandidaten staan.
  3. Jullie richten het stembureau in. Zorg voor een tafel waarachter jullie kunnen zitten, een afgeschermde ruimte waar mensen hun stem kunnen uitbrengen, en een stembus die op slot kan.

Stap 5.2: Verkiezingswaarnemers

Soms zijn er bij verkiezingen waarnemers aanwezig die controleren of de verkiezingen wel volgens de regels verlopen. Een land mag zelf bepalen of ze verkiezingswaarnemers willen uitnodigen, de waarnemers komen altijd uit een ander land dan het land waar de verkiezingen worden gehouden. 

De docent zorgt dat er twee leerlingen worden benoemd tot verkiezingswaarnemer. De verkiezingswaarnemers gaan onderzoeken of de verkiezingen eerlijk verlopen.

Opdracht

Jullie zijn verkiezingswaarnemers, tijdens de gehele stemprocedure houden jullie in de gaten of alles volgens de regels verloopt.

  1. Controleer de stembiljetten. Staan alle partijen er op? Zijn ze niet stiekem gemerkt?
  2. Controleer of de stembus bij aanvang van het stemmen leeg is en of de bussen goed op slot zitten.
  3. Controleer of de leden van het stembureau weten wat zij moeten doen.
  4. Kijk hoe de kiezers worden behandeld, kunnen ze in het geheim stemmen, wordt er niemand geïntimideerd?
  5. Kijk of het tellen van de stemmen eerlijk gebeurt. Worden de juiste cijfers gerapporteerd?
  6. Na afloop van de stemming brengen jullie een kort verslag uit van jullie bevindingen. Zijn de verkiezingen democratisch verlopen?

Stap 5.3: Maak een StemWijzer

Ben je niet benoemd tot lid van het stembureau of verkiezingswaarnemer, dan mag je ondertussen zelf een StemWijzer maken.

Opdracht

Bekijk de partijprogramma’s van de verschillende partijen. Lees de partijstandpunten van alle partijen. Je ziet nu ook wat de grootste verschillen zijn. Maak 5 stellingen over onderwerpen waarover de standpunten het meest uiteenlopen.

Stap 5.4: Breng je stem uit

Deze opdracht doe je met de hele klas.

Opdracht

Ga naar het stembureau. Daar lever je je stempas in en krijg je een stembiljet. In het stemhokje kruis je de partij van jouw keuze aan, daarna doe je het stembiljet in de stembus.

Meer Weten

  • De stemprocedure

    Iedereen vanaf  18 jaar mag stemmen. Als je gaat stemmen dan moet je het volgende doen.

    1. Je krijgt van de gemeente een uitnodiging in de brievenbus. Deze uitnodiging heet een stempas. Op de stempas staat ook welk stembureau het dichtst bij je huis is.
    2. Voordat je gaat stemmen bedenk je op welke partij je wilt stemmen.
    3. Op de dag van de verkiezingen ga je met je stempas naar een stembureau. Neem ook je paspoort of identiteitskaart mee. Op het stembureau controleren ze wie je bent.
    4. Als alles in orde is, krijg je een stembiljet.
    5. Met dit stembiljet ga je een stemhokje in. Dat doe je alleen, er mag niemand met je meekijken als je gaat stemmen. In het stemhokje ligt een rood potlood. Daarmee kleur je op het stembiljet het hokje rood bij de naam van de kandidaat op wie je  wilt stemmen.
    6. Vouw het stembiljet weer op en doe het in de stembus.
  • Regels van het stemmen

    Er zijn een paar regels waar je rekening mee moet houden als je gaat stemmen:

    • Stemmen doe je in je eentje. Je mag niet met zijn tweeën in een stemhokje staan. Alleen als je bijvoorbeeld blind bent, mag iemand met je mee om je te helpen.
    • Je mag maar één hokje rood maken op het stembiljet. Verder mag je niets op het biljet tekenen of schrijven waardoor het onduidelijk wordt op wie je hebt gestemd. Je mag ook niet je naam op het stembiljet zetten,  dan telt je stem niet mee. Als je per ongeluk een foutje hebt gemaakt mag je een nieuw stembiljet vragen.
    • Op een stembureau moeten drie mensen aanwezig zijn die regelen dat alles goed gaat. Dat zijn de leden van het stembureau.
    •  Je mag zelf weten op wie je stemt. Niemand mag jou dwingen om op zijn partij te stemmen.  Het is verboden om mensen om te kopen.  
    •  Stemmen is geheim. Je hoeft aan niemand te vertellen op wie je hebt gestemd. Je mág het natuurlijk wel vertellen, maar het hoeft niet.
    • Het stembureau moet er neutraal uitzien. De kiezers mogen niet door het stembureau beïnvloed worden. Er mogen dus geen verkiezingsposters in het stembureau hangen.



  • Stemrecht

    Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen bij alle verkiezingen. Dit is niet altijd zo geweest. Vroeger mochten alleen mannen stemmen die genoeg belasting betaalden. Dus eigenlijk konden toen alleen rijke mannen stemmen.

    Sinds 1917 mogen álle volwassen mannen stemmen. Twee jaar later, in 1919, kwam er ook kiesrecht voor vrouwen. Vroeger mochten mensen pas stemmen vanaf 25 jaar.

    Veel mensen denken dat de koning niet mag stemmen, maar net als alle burgers heeft ook het staatshoofd stemrecht.

    Mag een gevangene stemmen?

    Jazeker. De meeste gevangenen mogen gewoon stemmen. Dit betekent niet dat gevangenen bij verkiezingen uit hun cel mogen om naar het stembureau te gaan. Ze mogen iemand anders namens hen laten stemmen.

    Soms krijgt een gevangene van de rechter de straf dat hij niet meer mag stemmen. Maar dat gebeurt bijna nooit.