Scholierenverkiezingen

Na het tellen van de stemmen en de bekendmaking van de verkiezingsuitslag begint in de politiek de formatie. Politieke partijen gaan overleggen welke partijen de komende jaren samen gaan werken. Deze partijen moeten samen meer dan 75 zetels hebben gehaald. Doordat er altijd meerdere partijen nodig zijn, krijgt een partij nooit helemaal zijn zin. Er moeten nu eenmaal compromissen worden gesloten als je samenwerkt.

Waarschijnlijk zijn er meerdere coalities mogelijk. Jullie wijzen zelf twee informateurs aan die gaan uitzoeken welke partijen samen kunnen werken en samen een meerderheid van de stemmen hebben gehaald. Deze partijen vormen samen een coalitie en schrijven een akkoord met daarin de plannen.

Stap 7.1: Kies twee informateurs

Nu jullie hebben gestemd, is het belangrijk dat jullie kijken welke partijen samen voldoende draagvlak hebben (meer dan de helft van de zetels) om een coalitie te vormen. Twee leerlingen worden informateur. Deze informateurs moeten partijen vinden die samen een meerderheid van de stemmen hebben behaald en die willen samenwerken en besluiten durven nemen.

Wie de informateurs worden, wordt besloten door de gekozen volksvertegenwoordiging (bijvoorbeeld de Tweede Kamer). Jullie nemen dus zelf het initiatief bij de formatie.

Opdracht

Houd een gezamenlijke vergadering van 10 tot 15 minuten, waarbij jullie aangeven wie het initiatief mogen nemen als informateurs. De informateurs gaan onderzoeken welke partijen samen kunnen werken in de coalitie. De informateurs hoeven niet in de vertegenwoordiging te zitten, het kan dus een andere klasgenoot zijn.

Tip: Bepaal voordat  de vergadering begint wie de vergadering voorzit. De voorzitter moet de tijd bijhouden en zorgen dat er effectief wordt vergaderd.

Stap 7.2: Ga onderhandelen

De informateurs gaan langs bij alle partijen. Je moet natuurlijk weten wat je gaat zeggen tegen de informateur. Welk punt willen jullie absoluut ‘binnenhalen’ als je een samenwerking met andere partijen aangaat? En op welk punt wil je wel toegeven als dat voor een andere partij erg belangrijk is? Zorg dat je goed voorbereid bent op de komst van de informateur.

Opdracht

  1. Kies met je partijgenoten drie plannen of ideeën die jullie graag willen uitvoeren.
  2. Geef een waardering aan deze plannen. Welk idee vind je het belangrijkst? Geef dit idee drie punten. Schrijf dit op een apart briefje. Welk plan vind je daarna het belangrijkst? Geef dit plan twee punten. Geef het overgebleven plan één punt.
  3. Hoe gaan jullie straks onderhandelen? Bedenk of jullie veel of weinig eisen kunnen stellen en hoe graag je straks mee beslist in een coalitie. Als je veel stemmen hebt gehaald bij de verkiezingen, dan kun je misschien meer eisen.

Ben je informateur?

  1. Bedenk welke mogelijke coalities er zijn en schrijf dit op. Welke partijen kunnen samen rekenen op meer dan de helft van de zetels?
  2. Welke partijen kunnen waarschijnlijk goed samenwerken? Met andere woorden: welke coalitie vinden jullie logisch? Bepaal met welke partijen jullie het eerst willen praten over een samenwerking.

Stap 7.3: Vorm een coalitie

De informateurs gaan nu aan de slag. Zij vragen verschillende partijen aan de onderhandelingstafel.

Opdracht

Je gaat nu onderhandelen. Onthoud goed welke waardering je aan je plannen had gegeven als je aan de onderhandelingstafel wordt gevraagd. Succes met onderhandelen!  

Ben je informateur?

  1. Zorg dat je drie blanco kaartjes hebt.  Vertel de partijen die je uitnodigt aan de onderhandelingstafel dat er een akkoord van drie plannen uit de onderhandelingen moet komen.
  2. Na een kwartier moeten jullie een akkoord met partijen hebben bereikt. Vul dan de drie kaartjes in met de plannen die de coalitie  heeft goedgekeurd.

Er is tijdsdruk: jullie hebben 15 minuten de tijd om een coalitie te regelen. Houd dus goed de leiding tijdens de onderhandelingen.

Stap 7.4: Presenteer het akkoord

Als het goed is, is er nu een coalitie van partijen die samen op de steun van vijf of meer zetels kunnen rekenen. Ook zijn deze partijen het eens over drie plannen die ze willen uitvoeren. In de politiek noem je een akkoord van de coalitie een regeerakkoord.

Opdracht

  1. De coalitiepartijen verzinnen een titel voor hun akkoord.
  2. De lijsttrekker van de grootste coalitiepartij presenteert het akkoord (de drie plannen) aan de rest van de klas.

Stap 7.5: Verdeel de verantwoordelijkheid

Nu zit de formatie er bijna op. Maar wie wordt nu verantwoordelijk voor welk plan? De lijsttrekker van de grootste partij verdeelt de verantwoordelijkheden. De lijsttrekker van de grootste partij moet ervoor zorgen dat deze mensen goed samenwerken en dat iedereen de plannen op tijd uitvoert.

De leerlingen die de plannen gaan uitvoeren komen in de ‘regering’, zij zitten niet langer in de vertegenwoordiging, andere partijleden vullen hun plaatsen op. Zorg dat de regering niet te groot wordt. Het liefst niet meer dan 3 personen.

In de politiek wordt meestal de lijsttrekker van de grootste partij de minister-president. Hij wijst ministers aan en zorgt ervoor dat alle partijen in de coalitie tevreden zijn. Best een lastige klus!

Opdracht

  1. De lijsttrekker van de grootste coalitiepartij zorgt ervoor dat iemand verantwoordelijk wordt gemaakt voor het uitvoeren van een plan uit het akkoord. 
  2. Is dit gelukt? Dan mogen deze mensen en de lijsttrekker van de grootste coalitiepartij met de docent op de foto!

Meer Weten

  • Kabinet en regering

    Het kabinet is het bestuur van Nederland. Het kabinet bestaat uit de ministers en de staatssecretarissen. Samen zorgen zij ervoor dat wetten uitgevoerd worden. Vaak bedenkt het kabinet ook de nieuwe wetten voor het land. Maar de Eerste en de Tweede Kamer moeten de wetten wel eerst goedkeuren, anders mogen ze niet worden uitgevoerd!

    In de regering zitten ook ministers, maar dan samen met de koning. De koning is nooit bij vergaderingen van de ministerraad. Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor en maakt de plannen van de regering bekend. 

  • Coalitie en oppositie

    Coalitiepartijen zijn de partijen die kunnen rekenen op de steun van meer dan de helft van alle zetels in de Tweede Kamer (dus minimaal 76 zetels). Zij werken samen in de regering. De regering bedenkt de plannen, en kan bijna altijd rekenen op deze meerderheid in de Tweede Kamer om de plannen goed te keuren.

    De oppositiepartijen zijn alle partijen die niet in de regering zitten. Zij vormen samen de minderheid. Vaak zijn ze het niet eens met de plannen van de regering. Maar alleen als ook een partij van de coalitie het ergens niet mee eens is, kunnen ze een plan tegenhouden doordat ze dan samen de meerderheid vormen.