Scholierenverkiezingen

Alle stemmen zijn uitgebracht, het is tijd om de stemmen te tellen. De verkiezingsuitslag bepaalt wie er uiteindelijk in de volksvertegenwoordiging terecht komen. Het tellen van de stemmen moet zorgvuldig gebeuren. Want één stem kan het verschil zijn tussen één zetel of géén zetel. Uit deze volksvertegenwoordiging moet vervolgens een meerderheid gevormd worden die de plannen  gaat uitvoeren. In jullie verkiezingen bestaat de volksvertegenwoordiging uit 9 personen.

Stap 6.1: Tel de stemmen

Het tellen van de stemmen wordt gedaan door de leden van het stembureau. Kiezers mogen hierbij aanwezig zijn. Zij kunnen eventueel bezwaar maken als de tellingen niet eerlijk verlopen. In jullie klas vormen drie leerlingen het stembureau.

Opdracht

  1. Bekijk met de hele klas het bovenstaande filmpje. Dit is een instructiefilmpje dat in 2010 gemaakt is door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hierin wordt uitgelegd hoe stembureaus de stemmen zo efficiënt mogelijk kunnen verwerken.
  2. Schrijf de volgende informatie op over jullie stemming:
    – Hoeveel kiezers hebben gestemd?
    – Hoeveel stembiljetten zijn er uitgereikt?
    – Hoeveel stembiljetten zijn onbruikbaar gemaakt?
  3. Tel nu de stemmen zoals in het filmpje. Dus per partij maak je twee stapels, één met de lijsttrekker, en één met voorkeurstemmen.

Stap 6.2: Verdeel de zetels

Deze opdracht doen jullie klassikaal. Er zijn in totaal 9 zetels te verdelen. Hoe meer stemmen jouw partij heeft, hoe meer personen er in de vertegenwoordiging mogen.

Opdracht

  1. Bereken de kiesdeler.
    De kiesdeler is het aantal stemmen dat je nodig hebt om één zetel te behalen. Je berekent de kiesdeler door het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal zetels.
  2. Verdeel de restzetels.
    Er blijven altijd stemmen over die niet direct tot een zetel leiden. Bijvoorbeeld: er zijn 3 stemmen nodig voor 1 zetel, maar een partij heeft 7 stemmen gekregen. De partij verdient dan 2 zetels en er blijft 1 stem over. Ook van partijen die niet genoeg stemmen hebben gehaald voor één zetel blijven reststemmen over. Door deze reststemmen blijven er meestal één of meer restzetels over die nog verdeeld moeten worden.Bij verkiezingen voor de Tweede Kamer wordt hiervoor de methode van de grootste gemiddelden gebruikt. Stel dat de partij uit ons voorbeeld een derde zetel zou krijgen, dan zou het gemiddelde aantal stemmen per zetel 7/3 = 2,333 zijn. Als dit gemiddelde hoger is dan het gemiddelde van de andere partijen, dan krijgt de partij een restzetel. De tweede restzetel gaat naar de partij met het op één na grootste gemiddelde enzovoorts, totdat alle restzetels zijn verdeeld. Jullie hebben natuurlijk in totaal maar 9 zetels te verdelen.
  3. Bekijk nu welke personen er in de vertegenwoordiging komen. Meestal komt de lijsttrekker van de winnende partijen wel in de vertegenwoordiging. Die stond op nummer 1 van de kandidatenlijst. Maar wie krijgt de eventuele tweede of derde zetel? Zijn er mensen met voorkeurstemmen?

Stap 6.3: Maak de uitslag bekend

Jullie maken nu de uitslag bekend aan de klas. Hoeveel stemmen heeft iedere partij gehad? En hoe zijn de negen zetels verdeeld?

Meer Weten

  • Van 16 miljoen naar 150

    We stemmen in Nederland op mensen die ons vertegenwoordigen. Maar, niet iedereen mag stemmen. Dat mogen alleen mensen van 18 jaar en ouder. In 2010 mochten 12 miljoen mensen stemmen bij de verkiezingen van de Tweede Kamer.

    In Nederland is niemand verplicht om te stemmen. Soms gaan mensen niet stemmen omdat ze het niet belangrijk vinden of niet weten wie ze moeten kiezen, of omdat het slecht weer is.

    Politieke partijen maken een kieslijst. Dat is een lijst met mensen op wie je kunt stemmen. De bovenste persoon van de kieslijst heet de lijsttrekker. Politieke partijen schrijven hun plannen voor Nederland in een partijprogramma. Nederlanders die niet weten wat ze willen stemmen, kunnen dit partijprogramma lezen.

    Er zijn maar 150 zetels in de Tweede Kamer. Je kunt dus niet iedereen die stemmen heeft gekregen een plaats in de Tweede Kamer geven. Daarom wordt met een rekensom uitgerekend hoeveel procent (%) van de stemmen iedere politieke partij heeft gehaald. Als 1/150 van de stemmers op iemand stemt, dan komt diegene in de Tweede Kamer.

    Niet elke partij heeft evenveel stemmen gekregen. De ene partij heeft dus meer zetels dan de andere partij. Alle 150 Tweede Kamerleden vertegenwoordigen het volk. Van 16 miljoen naar 150 dus!

  • Zetels

    Een stoel in de Tweede Kamer noemen we een zetel. Ook in de Eerste Kamer, de gemeenteraad, Provinciale Staten en het Europees Parlement spreken we over zetels.

    Hoe wordt uitgerekend hoeveel zetels elke partij krijgt?

    Als een partij tien zetels heeft gehaald  dan komen meestal de eerste tien mensen van de kieslijst in de Tweede Kamer. Maar ook iemand die op nummer 50 van de kieslijst staat heeft kans om in de Kamer te komen. Er moeten dan heel veel mensen op hem hebben gestemd. Je kunt bijvoorbeeld een stem uitbrengen op een kandidaat met hele goede ideeën, of op een vrouw, of op iemand van je eigen leeftijd of uit jouw woonplaats. We noemen dat een voorkeurstem. 

  • Blanco stemmen

    Je bent niet verplicht om te stemmen. Blanco stemmen kan ook. Je  doet het stembiljet dan ongebruikt in de stembus. Sommige kiezers stemmen blanco uit protest, of omdat ze niet weten op welke kandidaat van welke partij ze moeten stemmen.